Sporkehout of Vuilboom
Rhamnus frangula
Wegedoornfamilie (Rhamnaceae)









Misschien niet fraai, wel nuttig
Imkers en vlinderliefhebbers betreuren het zeer dat sommige bosbeheerders sporkehout verwarren met jonge Amerikaanse vogelkers. Dat komt doordat ze beide lenticillen of kurkporiën hebben, die als witte streepjes te zien zijn op de bast. De Amerikaanse vogelkers woekert nogal en wordt daarom zoveel mogelijk bestreden, terwijl sporkehout niet woekert en een bijzonder waardevolle leverancier van nectar en stuifmeel is, waar allerlei insecten, zoals honingbijen, op afkomen. Toch is de struik of boom nog steeds algemeen te vinden op zure grond in allerlei bostypen, maar ook wel in droge tot natte struwelen en op kapvlakten.
De struik als geheel woekert dus niet, maar uit afgehakte of gezaagde takken groeit sporkehout zeer snel weer uit. De Nederlandse naam is dan ook verbonden met sprokkelhout. De wetenschappelijke naam verwijst met Frangula naar ‘frangere’, wat ‘breken’ betekent: het hout breekt gemakkelijk af, wat bij sprokkelen uiteraard een fijne eigenschap is.
De sierwaarde van sporkehout is beperkt, hij heeft geen opvallende bloemen of bladeren. De kleine bloemen zijn groenachtig tot wit en staan in de oksel van een eirond blad. Sporkehout heeft geen doornen, maar hoort wel bij de wegedoornfamilie (Rhamnaceae).
Opvallend is dat alle stadia van voortplanting tegelijkertijd aanwezig zijn: bloemen, knoppen en bessen. Vogels eten de rijpe donkerpaarse bessen en zorgen voor de verspreiding.
Thema's

Omdat sporkehout van mei tot september permanent en met veel bloempjes bloeit, is het een zeer aantrekkelijke drachtplant voor honingbijen.

Zowel de bessen als de bast zijn licht giftig en kunnen gebruikt worden om te braken of om diarree mee op te wekken. Vandaar waarschijnlijk de naam vuilboom.

Sterk geurende bloemen.

De bessen kleuren van lichtgroen via rood naar zwart en worden door vogels gegeten. Ze zijn ongeschikt voor menselijke consumptie.

Sporkehout is naast wegedoorn de enige waardplant voor de citroenvlinder en ook boomblauwtjes zetten er hun eitjes op af.

De twijgen van sporkehout zijn dun en buigzaam en werden gebruikt bij het vlechten van bijenkorven of voor bonenstaken. Het hout bevat weinig anorganisch materiaal en is daarom heel geschikt voor houtskool. Het werd in verpulverde vorm ook ingezet als grondstof van buskruit en voor het maken van lonten omdat het gelijkmatig en langzaam opbrandt.

Deze struik is een leverancier voor natuurlijke kleurstoffen. Uit de schors kan de kleur geel of bruin verkregen worden, uit de bes groen of blauw/grijs.

Verse bessen en schors veroorzaken braken.
Details
Omschrijving: | Boom, struik, tot 5 m. |
---|---|
Verspreiding: | Europa (behalve het hoge noorden) en het middellandse zeegebied. |
Leefgebied: | Lichte bossen, duinen. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | Mei - september |
Bloemkleur: | Groen, wit |
Notities bloemen: | Groepje één tot tien bloemen, 5 mm, groenigwit. |
Vruchtperiode: | September - november |
Vruchtkleur: | Groen, zwart |
Notities vruchten: | Bes 0,6 - 1 cm, van groen naar zwart. |
Bronnen
http://www.floron.nl/publicaties/rode-lijst-2012,IUCNredlist.org,
https://wilde-planten.nl/sporkehout.htm,
http://pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Frangula+alnus,
http://www.iucnredlist.org/details/164056/3,
https://wilde-planten.nl/sporkehout.htm,
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sporkehout,
https://waarnemingen.be/soort/info/152651,
http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=flora_nl_v2&selected=beschrijving&menuentry=so...