Kleine ratelaar
Rhinanthus minor
Bremraapfamilie (Orobanchaceae)


In onbemeste graslanden
Rhinanthus komt van het Griekse rhis of rhinos (neus) en anthos (bloem), wat verwijst naar de bovenlip van de bloemkroon, die als een neusje uitsteekt. De Nederlandse naam ratelaar slaat op het rammelen van de zaaddozen in de wind. Kleine ratelaar is een zomerbloeier.
De schutbladen onder de bloem hebben dezelfde vrij donkergroene tint als de gewone bladeren, wat deze soort onderscheidt van de veel algemenere (en ook vaak forsere) grote ratelaar waarvan de schutbladeren lichtgroen zijn. De bloemkroon van 1½ cm heeft een bovenlip met witte, soms blauwpaarse tanden van hoogstens 1 mm lang. De plant wordt door hommels bestoven, maar bestuift ook zichzelf.
Lees meer »Thema's

De kleine ratelaar wordt door hommels bestoven, maar bestuift ook zichzelf.
Details
Omschrijving: | (half)parasiet, tot 0.50 m. |
---|---|
Streeknaam: | Fries: lytse rinkelbel |
Verspreiding: | Europa, behalve de zuidelijkste delen, west-azië en lokaal in siberië en de kaukasus |
Leefgebied: | Kleine ratelaar komt voor op vochtige tot vrij droge, matig voedselrijke en vaak kalkrijke bodem in graslanden, duinvalleien en duinhellingen, venen, bermen en op zandige dijken. |
Jaarcyclus: | Vaste planten, inclusief bomen en struiken |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | Mei - september |
Bloemkleur: | Geel |
Notities bloemen: | Met platte gele bloemen. de bloem bestaat uit twee lippen, waarvan de bovenste lip wit of aan weerskanten een blauwe tand heeft. |