Berendruif
Arctostaphylos uva-ursi
Heifamilie (Ericaceae)
Beren zijn er dol op!
De bessen van deze altijd groene dwergstruik zijn weliswaar eetbaar, maar zo van de plant niet echt smakelijk. Je mond trekt samen van het zuur. De bessen bevatten onder andere appel- en citroenzuur, maar ook looistoffen. Beren schijnen er echter dol op te zijn én ze kunnen er ook tegen.
De botanische naam van deze in koude streken voorkomende heester bevat een dubbele verwijzing: arktos, en staphylos respectievelijk Grieks voor 'beer' en 'druiven'; in het Latijn betekent uva 'bessen' en ursi 'van de beer'.
In Nederland is berendruif zeer zeldzaam en komt alleen voor op Terschelling en de Veluwe en wordt wel verward met rode bosbes.
Arbutine, een van de werkzame stoffen uit de bladeren, helpt bij het voorkomen van urineweginfecties. Berendruif werd vroeger gebruikt om van niergruis en -stenen af te komen.
Thema's
Is een kroonjuweel in de Hortus Alkmaar.
De vrucht is in rauwe vorm smakeloos, droog en melig, maar gekookt smaakt hij zoeter. Toegevoegd aan stoofschotels en dergelijke is hij een goede bron van koolhydraten. De vrucht kan ook worden gebruikt om een verfrissende drank te maken of voor bijvoorbeeld jam en is geschikt om te drogen en op te slaan voor later gebruik. Berendruif is de belangrijkste component in veel traditionele Noord-Amerikaanse inheemse rookmengsels, gezamenlijk bekend als 'kinnikinnick'.
De bladeren van de berendruif worden gebruikt voor medicinale doeleinden, vooral voor urineweginfecties vanwege de antibacteriële werking.
Uit onderzoek is gebleken dat langdurig gebruik van berendruif schadelijke effecten heeft, met name voor de lever. Zwangere vrouwen kunnen de plant het beste mijden, omdat hij remmend kan werken op de bloedtoevoer naar de foetus. Het eten van grote hoeveelheden kan leiden tot misselijkheid en braken als gevolg van het hoge tanninegehalte. Een overdosis kan de oorzaak zijn van oorsuizen, misselijkheid, braken, kortademigheid, stuiptrekkingen en flauwvallen.
Details
Omschrijving: | Struik, 20-60 cm, kruipend. |
---|---|
Verspreiding: | Gebergten en koudere delen op het noordelijk halfrond. |
Leefgebied: | Zeeduinen, heide. |
Jaarcyclus: | Wintergroene vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Kouder dan -20 °c |
Bloeiperiode: | Maart - april |
Bloemkleur: | Wit, roze |
Notities bloemen: | De rozewitte urnvormige bloemkroon, met een smalle opening en korte roze slipjes, is 5-6 mm in doorsnee. |
Vruchtperiode: | Augustus - december |
Vruchtkleur: | Rood, roze |
Notities vruchten: | De glanzend rode tot roze bessen zijn 6-8 mm in doorsnee. |
Op z'n mooist: | Maart - april |