Lotus of Indische lotus of Heilige lotus
Nelumbo nucifera
Lotusfamilie (Nelumbonaceae)




Symbool van zuiverheid
De lotus is een bijzondere waterplant, oorspronkelijk uit India, en sinds mensenheugenis in Japan aangeplant. Hij groeit in vijvers, natte rijstvelden en moerassen met een voedselrijke, modderige bodem. De plant heeft een paar drijvende bladeren –zoals een waterlelie –maar de meeste steken op een steel ver boven het water uit. Deze bladeren zijn als een diepe schotel waarin een regendruppel heen en weer kan schommelen met de beweging van de wind. Wat helpt is de structuur van het bladoppervlak. Ontelbare microscopische bobbeltjes zorgen ervoor dat het water niet aan het blad plakt. Zo wordt een simpele druppel een rollend bolletje kristal.
Ook de grote, roze bloemen steken ver boven het water uit. In de loop der eeuwen zijn er veel verschillende kleuren en bloemvormen gekweekt. De vrucht van de plant is half kegelvormig en aan de platte kant zitten de zaden los in gaten. Het lijkt net op een klein bijennest waar de larven van de bijen inzitten. De Japanse naam hasuzou een verbastering zijn van hachisu, wat bijennest betekent. Als de vrucht rijp is vallen de zaden in het water.
De wortel is een langwerpige, gelige knol met insnijdingen om de twintig, dertig centimeter. De grote verrassing komt bij het doorsnijden van die wortelstok. Dan is er een prachtig patroon van luchtkamers te zien. De eetbare wortel heeft geen uitgesproken smaak maar lijkt wat op een knapperige aardappel en bevat veel zetmeel.
Bij het oogsten is de wortel zwart, vies en modderig en dan verbaast het dat er zoveel schoonheid aan blad en bloemen boven het water uitkomt. Vanouds is de lotus een symbool van zuiverheid en een heilige plant in het Boeddhisme en het Hindoeïsme. In veel tempels in Japan vinden we lotusvijvers voor de sier. Op het platteland, vooral ten noorden van Tokyo, zien we de bedden beplant voor de productie van een gewilde groente.
Thema's

De wortelstokken zijn eetbaar en bevatten veel zetmeel. Ze kunnen zowel rauw als gekookt of gebakken gegeten worden. Bladeren, zaden en zaaddozen zijn ook eetbaar.

De lotus heeft in het hindoeïsme en het boeddhisme grote betekenis. De bloem symboliseert goddelijke geboorte en zuiverheid. De lotus is het attribuut van de bodhisattva Samantabhadra. Ook de hindoe-god Vishnoe wordt meestal afgebeeld met een lotusbloem. Godinnen voorgesteld als goedgunstige partner van een god houden vaak een lotus vast. Godheden, boeddha's en bodhisattva's staan of zitten meestal op een lotustroon: een voetstuk in de vorm van een open lotusbloem.

De bladeren zijn waterafstotend en bekend om het lotus-effect: als je water op het ronde blad giet rollen de druppels er als kwikbolletjes vanaf en nemen ze gelijk vuil en stof mee. Wetenschappers zien hierin mogelijkheden voor toepassingen in verven en coatings.

De meeste delen van de lotus worden in de traditionele Chinese geneeskunde gebruikt vanwege de samentrekkende, ontsmettende en rustgevende werking. Het zou helpen vaginale afscheiding te stoppen en gewichtsverlies bevorderen.
Details
Omschrijving: | Waterplant, tot 5,5 m. |
---|---|
Verspreiding: | Indonesië, india, in cultuur. |
Leefgebied: | In meren en vijvers. in cultuur. |
Jaarcyclus: | Vaste planten, inclusief bomen en struiken |
Winterhardheid: | Tot 1 °c |
Bloeiperiode: | Juli - augustus |
Bloemkleur: | Roze |
Notities bloemen: | Roze bloemen die op een stengel recht uit het water steken. |
Vruchtkleur: | Groen, bruin |
Notities vruchten: | De vrucht is kegelvormig, waarbij de zaden zich in gaten bevinden. |
Op z'n mooist: | Juli - augustus |