Oosterse levensboom
Platycladus orientalis
Cipresfamilie (Cupressaceae)
Weerstaat luchtvervuiling, maar niet houtkap
Forse, langzaam groeiende conifeer die tot maximaal 16 meter kan uitgroeien. Vooral in het begin compact groeiend, later iets breder en losser. De stam is roodbruin en in smalle repen afbladderend. Het hout wordt in China al eeuwen gebruikt voor huizen en tempels. Aan de basis van de ruime verspreiding en cultivatie ligt het gebruik van het blad, dat bij verbranding een wierookgeur geeft, net als bij de Thuja, het geslacht waar deze soort vroeger toe werd gerekend.
De Oosterse levensboom is waarschijnlijk de meest aangeplante conifeer in Azië. Hij is vaak te vinden nabij oosterse kloosters en tempels. In Zuidwest-China kan hij veel voorkomen op steile hellingen van riviervalleien. Hij wordt ook gebruikt bij herbebossing. Tegenwoordig is de soort in de gematigde delen van Azië vaak te vinden in parken en tuinen. Hij kan tegen droogte en weerstaat ook de luchtvervuiling in Chinese steden. Hij is ook in Europa populair sinds de invoering in 1737.
Lees meer »Thema's
Dat de boom zo ruim is verspreid en wordt gecultiveerd, heeft te maken met het gebruik van het blad, dat bij verbranding een wierookgeur geeft.
De oosterse levensboom is vaak te vinden nabij kloosters en tempels.
Het hout wordt in China al eeuwen gebruikt voor huizen en tempels.
Details
Omschrijving: | Naaldboom/conifeer, tot 16 m. |
---|---|
Verspreiding: | Mongolië, noordoost-china, siberië, tadzjikistan en oezbekistan |
Leefgebied: | In verstoorde oude bossen maar vooral in secundaire bossen. hij is een succesvolle pionier op relatief droge, open en onstabiele hellingen. |
Jaarcyclus: | Wintergroene vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Kouder dan -20 °c |