Gele trompetbekerplant
Sarracenia flava
Trompetbekerplantfamilie (Sarraceniaceae)
Tuimel er niet in
Het natuurlijke biotoop van de gele trompetbekerplant zijn de moerasgebieden van het zuidoosten van de Verenigde Staten. De voedselarme bodem daar is zuur en bevat te weinig stikstof voor de plant. Om in dat milieu toch te kunnen overleven en aan stikstof te komen, heeft de plant in de loop van de evolutie een ingenieuze insectenval ontwikkeld in de vorm van een hoge, rechtopstaande en trompetachtige beker.
Door diverse geurstoffen en de stof coniine, die een bedwelmend effect heeft, worden insecten aangelokt. Eenmaal in de beker kunnen ze niet meer naar buiten vanwege de gladde binnenwand en de omlaag gerichte, stugge haren. Als de gevangen insecten uiteindelijk onder in de beker zijn aangeland, komen ze in een enzymachtige vloeistof terecht waarin hun zachte delen verteren.
Thema's
Is een kroonjuweel in De Hortus - Amsterdam, Botanische Tuin Kerkrade en de Botanische Tuinen Utrecht.
De bloemen hebben een specifieke en sterke, muffe geur.
De bekers van Sarracenia flava worden bewoond door de Exyramot. De rupsen leven van de bladeren en de mot verlaat de gastheerplant zelden.
Zeldzaam buiten het oorspronkelijk leefgebied. Opmerkelijke plant.
Details
Omschrijving: | Vleesetende plant, tot 90 cm. |
---|---|
Verspreiding: | Zuidoosten van de verenigde staten |
Leefgebied: | Kustgebied, in zandige veenmoerassen en savannes. |
Jaarcyclus: | Vaste planten, inclusief bomen en struiken |
Winterhardheid: | Tot -10 °c |
Bloeiperiode: | Maart - mei |
Bloemkleur: | Geel |