Wilde judaspenning
Lunaria rediviva
Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae)
Judas’ zilverlingen
Vlak voordat Judas Iskariot (volgens de bijbel de verrader van Jezus) zich ophing in een vlierstruik, gooide hij zijn verradersloon – dertig zilverlingen – uit schaamte weg. Volgens de overlevering groeiden er na een paar dagen dertig ‘judaspenningen’ uit dat muntgeld.
De vliesdunne, zilverwitte vruchten van de judaspenning hebben wel wat weg van munten. Van oorsprong komt wilde judaspenning – afkomstig uit de bergen van Midden- en Zuid-Europa – niet voor in ons land. In tegenstelling tot de welbekende tuinjudaspenning zijn de bloemen van de wilde niet paars, maar lichtblauw tot lichtviolet. En bovendien verspreidt de wilde variant, met name in de schemering, een welriekende zoete geur die sterk aan viooltjes doet denken. Vlinders als oranjetipje en het koolwitje drinken de nectar graag
Thema's
Is een kroonjuweel in de Hortus Nijmegen.
De plant is aantrekkelijk voor vlinders.
De lichtblauwe tot lichtviolette bloemtrossen op het uiteinde van de stengels verspreiden vooral in de schemering een zoete geur die sterk aan viooltjes doet denken.
Judaspenning kenmerkt zich door platte schijfvruchten. In de bruinachtige vliezen zijn de zaden goed zichtbaar. In de herfst laten deze buitenste vliezen los en blijft een flinterdun zilverwit parelmoerachtige tussenschot over, dat als perkament aanvoelt en vooral in droogboeketten populair is.
De naam Judaspenning verwijst naar oude legendes en bijbehorende volksnamen zoals maanbloem, zilverzaad, zilverling, penningbloem en judasgeld.
De wilde soort heeft, anders dan de tuinjudaspenning, een wortelstok die elk voorjaar opnieuw wijd vertakt uitloopt. Vandaar ‘rediviva’,wat ‘herlevend’ betekent. Een zichtbaar verschil met de tuinjudaspenning zijn de langwerpige in plaats van ronde zaden en de spitse punt onder aan de ‘penning’.
Vanwege de vruchten vernoemd naar de dertig zilverlingen die Judas kreeg voor zijn verraad van Jezus.
Details
Omschrijving: | Overige kruidachtige planten, 30 - 140 cm. |
---|---|
Verspreiding: | Zuid- en midden-europa, west-azië |
Leefgebied: | Bossen (bergwouden en beboste hellingen). |
Jaarcyclus: | Vaste planten, inclusief bomen en struiken |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | Mei |
Bloemkleur: | Wit, blauw, paars |
Notities bloemen: | Pluimen van lila-witte bloemen, 2,5 cm breed. |
Vruchtperiode: | Juli - oktober |
Vruchtkleur: | Groen |
Notities vruchten: | Een doosvrucht. de 0.5-9 cm lange hauwtjes zijn sterk afgeplat, eivormig en hebben een spitse top en voet. |
Op z'n mooist: | Mei, oktober |