Zwarte moerbei
Morus nigra
Moerbeifamilie (Moraceae)







Lekker en gezond
De zwarte moerbei (Morus nigra) komt van nature voor in Midden- en West-Azië en wordt veel gekweekt in Zuid-Europa. De vruchten zijn bolvormige steenvruchten die een beetje op een framboos lijken. In het begin zijn ze groen van kleur, maar later worden ze oranjerood en tenslotte heel donkerrood. Ze zijn eetbaar, hebben een zoete smaak en worden beschouwd als de lekkerste moerbeisoort.
In de Chinese traditionele geneeskunde wordt de zwarte moerbei al millennia lang ingezet. Meerdere delen van de boom worden gebruikt. De bladeren zouden antibacterieel, samentrekkend, pijnstillend en ooghelend werken. Thee van moerbeiblad wordt gedronken bij verkoudheid, griep, oogontsteking en neusbloedingen. De stengels werken vochtafdrijvend en bloeddrukverlagend.
Thema's

Is een kroonjuweel in de Historische Tuin Aalsmeer en de Hortus Overzee.

De moerbei heeft een lange geschiedenis van medicinaal gebruik in de traditionele Chinese geneeskunde. Bijna alle delen van de moerbeiplant worden op een of andere wijze gebruikt. Van de bladeren maakt men een homeopathisch geneesmiddel voor de behandeling van diabetes. De enige toepassing van moerbei in de moderne geneeskunde is in de bereiding van een siroop die smaak of kleur aan een ander medicijn moet geven.

Eetbaar wit, rood en zwart fruit. De vruchten zijn sappig en verfrissend, maar moeten gegeten worden zodra ze rijp zijn of anders gebruikt voor bijvoorbeeld jam of wijn.

Uit de schors wordt een vezel verkregen die geschikt is om mee te weven. Het hout wordt gebruikt in schrijnwerk.

Uit het fruit wordt een roodviolette tot donkerpaarse kleurstof verkregen. Uit de bladeren is een geelgroene kleurstof te maken.

Moerbei kan zeer oud worden (500 jaar).

De zwarte moerbei is al in het begin van de zestiende eeuw in Engeland aangeplant in de hoop dat hij voedsel zou opleveren voor de zijdeworm en daardoor dus voor de productie van zijde zou zorgen. Op last van Koning James I (1566-1625) zijn veel exemplaren geïmporteerd, maar achteraf bleek dat de zijdeworm toch liever de bladeren van de witte moerbei (Morus alba) had. Maar de witte moerbei wilde niet goed groeien in het Britse klimaat.
Details
Omschrijving: | Boom, 6-12 m. |
---|---|
Verspreiding: | Zuidwest-aziё |
Leefgebied: | Al zo lang in cultuur dat de oorspronkelijke habitat onbekend is. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Kouder dan -20 °c |
Bloeiperiode: | Mei - juli |
Bloemkleur: | Groen |
Notities bloemen: | Bloemen in katjesachtige groene bloeiwijzen. |
Vruchtperiode: | Augustus - september |
Vruchtkleur: | Paars, rood |
Notities vruchten: | De vruchtjes van 2 cm lengte zijn donker paarsrood. |
Op z'n mooist: | Augustus - september |