Kogelacacia of Bolacacia
Robinia pseudoacacia 'Umbraculifera'
Vlinderbloemenfamilie (Fabaceae)




Stekelige bol
Al in 1601 kwam Jean Robin naar het Franse hof en plantte de Noord-Amerikaanse boom in de paleistuinen van het Louvre. Het gerucht gaat dat er al vier jaar eerder een exemplaar in Doorwerth werd geplant.
De boom met sterk gegroefde bast, geurige trossen met witte vlinderbloemen en grote stekels die op die van de acacia lijken, heeft zeer weersbestendig hout waardoor het als hardhout gebruikt kan worden. Kwekers gingen ook aan de slag om de boom een succes te maken in tuinen en de bolacacia is hier het populaire resultaat van.
De kleine dichte, bolvormige bladerkroon van de bolacacia is een vertrouwd beeld geworden in Nederlandse tuinen. De inmiddels stokoude ‘moederboom’ van de bolacacia, die als bronmateriaal diende, staat in het Belmonte Arboretum in Wageningen.
Thema's

Is een kroonjuweel in het Belmonte Arboretum.

De naam robinia is afgeleid van de Franse botanicus Jean Robin, die in de 17e eeuw samen met zijn collega Vespasien als eerste deze boom uit Amerika naar Europa bracht en in de tuinen van het Louvre aanplantte. Het Latijnse woord pseudoacacia geeft aan dat de boom erg veel lijkt op de echte acacia's die op de Afrikaanse en Australische savannes groeien.

De bekende bolacacia is decoratief is vanwege zijn vorm en staat daarom vaak in tuinen.

Vooral schors en peulen zijn giftig! Timmerlieden die zonder mondbescherming met robiniahout werken, worden soms misselijk en moeten overgeven.
Details
Omschrijving: | Boom, 9-12 m; in tuinen: 5-6 m hoog, vaak geënt op stammen van 1.80-2.50 m; de kroon wordt bol- tot schermvormig. |
---|---|
Verspreiding: | Alleen in cultuur voorkomend. |
Leefgebied: | In tuinen. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Kouder dan -20 °c |
Bloeiperiode: | April |
Bloemkleur: | Niet van toepassing |