Kweepeer
Cydonia oblonga
Rozenfamilie (Rosaceae)
Gelei met schaduw
De kweepeer komt oorspronkelijk uit de streek rond de Kaspische zee en is inheems in Iran, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië. Hij heeft vanaf de Romeinse tijd een plek in de Nederlandse boomgaarden veroverd, al is het hier eigenlijk een beetje te koud voor deze soort. Kweepeer bloeit met grote geurende, witte bloemen. De vrucht is een soort buikige, afgeknotte peer met bloemresten in zijn achterste.
Liefhebbers geven hoog op van de geur van de kweepeer. Van het bitter en wrang smakende vruchtvlees wordt jam of gelei gemaakt. Ook is het een oude traditie om er likeur van te stoken. Na de bloei is het heerlijk uitrusten in de koele schaduw van de brede bladen.
De vrucht heet in Portugal marmeleiro, waar ons woord marmelade van is afgeleid, dat was oorspronkelijk kweeperengelei.
Thema's
Is een kroonjuweel in Botanische tuin Zuidas.
De meeste soorten kweepeer zijn te hard en te zuur om rauw te eten, tenzij ze door vorst of rotting zacht geworden zijn. De vruchten bevatten veel pectine en worden dan ook veel gebruikt voor jam, gelei en pudding; ook worden ze wel geschild en dan geroosterd, gebakken of gestoofd; hoe rijper de vrucht, hoe kleiner het pectinegehalte. Het vruchtvlees wordt na een lange kooktijd rood. De vrucht heeft een sterk parfum en wordt soms in kleine hoeveelheden toegevoegd aan appeltaart of jam, ter verbetering van de smaak.
Tegenwoordig doet men veel onderzoek naar de chemische samenstelling van kweepeer, op zoek naar mogelijke medische toepassingen. In India en Pakistan heten kweepeerzaden bihi dana en worden ze gebruikt door kruidendokters.
Details
Omschrijving: | Boom, tot 8 m hoog. |
---|---|
Verspreiding: | Zuidwest-azië, turkije en iran |
Leefgebied: | Rotsachtige hellingen en bosranden. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | April - mei |
Bloemkleur: | Wit |
Vruchtperiode: | Oktober |
Vruchtkleur: | Geel |
Notities vruchten: | De vrucht lijkt qua uiterlijk op een peer en is goudgeel van kleur als hij rijp is. |
Op z'n mooist: | April - mei, oktober |