Vederesdoorn
Acer negundo
Zeepboomfamilie (Sapindaceae)
Thans niet bedreigd
Sterke uitbreidingsdrang
De vederesdoorn is een boom, al dan niet meerstammig, die 20 meter hoog kan worden. Solitaire exemplaren kunnen een zeer brede kroon vormen. Het blad is geveerd en bestaat uit 3 to 7 deelblaadjes. In het Engels wordt de boom ook wel Esbladige esdoorn genoemd, wegens de gelijkenis met het blad van het geslacht es (Fraxinus). De bloemen die in het voorjaar verschijnen zijn onopvallend. De hangende trossen met zaden vallen meer op en blijven tot lang in de winter aan de boom hangen, een mooie strategie om over langere tijd het zaad te verspreiden.
De soort komt oorspronkelijk uit oostelijk Noord-Amerika en komt voor van Canada tot Guatemala, vooral langs stromen en rivieren, waar door afslag van water er steeds open plekken ontstaan. Door aanplant en verwildering is het verspreidingsgebied sterk naar het westen uitgebreid. Ook in Europa is de vederesdoorn veel aangeplant en eveneens verwilderd en wordt in een aantal landen als ingeburgerd bestempeld.
Thema's
Is een kroonjuweel in de Hortus Haren.
Het sap bevat vrij veel suiker en wordt wel gedronken als drankje of geconcentreerd tot een siroop die als zoetstof dient voor veel voedingsmiddelen. De bast kan worden gedroogd, tot poeder vermalen en vervolgens gebruikt als verdikkingsmiddel, bijvoorbeeld in soepen, of toegevoegd aan meel voor brood en gebak. Het kan ook worden gekookt tot de suiker uitkristalliseert. Zaailingen kunnen in het voorjaar vers worden gegeten of gedroogd voor later gebruik. De zaden worden gekookt en warm gegeten.
Van de bast wordt een thee gemaakt die als braakmiddel kan dienen.
De bladeren dienen vaak als verpakkingsmateriaal voor bijvoorbeeld appels of wortelgewassen, om die langer goed te houden. Het hout is zacht, zwak, licht en fijnkorrelig. Het heeft weinig commerciële waarde en wordt gebruikt voor bijvoorbeeld dozen, goedkope meubels, pulp en brandstof. Van grote uitstulpingen in de stam maakt men wel trommels.
In veel delen in de wereld mogelijk invasief.
Details
| Omschrijving: | Boom, kortlevende, snelgroeiende boom, tot 20 m hoog, tweehuizig. |
|---|---|
| Verspreiding: | Noord-amerika. de boom is in een aantal europese landen ingeburgerd. |
| Leefgebied: | Bossen, zeeduinen, waterkanten en langs moerassen. |
| Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
| Winterhardheid: | Kouder dan -20 °c |
| Bloeiperiode: | Maart - april |
| Bloemkleur: | Bruin, groen, rood |
| Notities bloemen: | De bloemen zijn eenslachtig. de mannelijke en vrouwelijke bloemen bevinden zich op afzonderlijke planten (tweehuizig). de mannelijke bloemen staan met 12 tot 16 bij elkaar in een kleine toef. ze hebben rode helmknoppen. de vrouwelijke bloemen vormen met 6 tot 12 bij elkaar een losse, ongeveer 5 cm lange, hangende pluim. |
| Vruchtperiode: | Juli - december |
| Vruchtkleur: | Bruin |
| Notities vruchten: | Een splitvrucht. de vruchten zijn kaal. de vleugels maken een scherpe hoek met elkaar. ze zijn ongeveer 2 cm lang en bruin. |
| Op z'n mooist: | September - oktober |