Boerenkool
Brassica oleracea var. acephala f. sabellica
Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae)

De winters van vroeger
Kool (Brassica spp.) is economisch gezien het belangrijkste geslacht in de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). Soorten in deze familie hebben heel kenmerkende bloemen met 4 kroonbladen en 2 tot 4 kelkbladen, ze zijn tweeslachtig, dus met meeldraden en een (bovenstandig) vruchtbeginsel in één bloem. De vrucht is een tweekleppige doosvrucht, hauw of hauwtje genoemd. Alle in Nederland in het wild voorkomende Brassica-soorten (zwarte mosterd, koolzaad en raapzaad) hebben gele bloemen en zijn nakomelingen van gekweekte planten.
De typische koolsmaak komt door glucosinolaten, zwavelbevattende verbindingen die zich kunnen opsplitsen in mosterdolie, glucose en zwavelzuur.
Het meest bekend is de struikboerenkool (de Westlandse vormen), de dwergboerenkool blijft lager en wordt in ons land vooral in Brabant gekweekt.
De meeste boerenkool wordt lekkerder nadat de vorst er overheen is geweest, vanwege de vorming van suikers. Ook elders in Europa worden vormen van boerenkool gegeten: in Schotland (Scottish Kale), Toscane (Cavolo Nero), Portugal en Brazilië. De bladeren worden ook als veevoer gebruikt en de stevige, houtachtige stengels soms als wandelstok.
Naast de gewone, groenbladige boerenkool zijn er allerlei kleurvormen, met paarsrode tot bijna zwarte bladeren
Lees meer »Thema's

Boerenkool is een groente die in Nederland voornamelijk in stamppotten wordt gebruikt en dan vaak in combinatie met rookworst wordt gegeten.
Details
Omschrijving: | Overige kruidachtige planten, tot 80 cm. |
---|---|
Verspreiding: | Al voor het begin van de jaartelling bekend in europa. |
Leefgebied: | Cultuurgewas. |
Jaarcyclus: | Bloeit eenmalig, tweejarige en kortlevende vaste planten |
Winterhardheid: | Tot -10 °c |
Bloeiperiode: | April |
Bloemkleur: | Geel |