Japanse witte den
Pinus parviflora 'Tempelhof'
Dennenfamilie (Pinaceae)
Populair bij de notenkraker
In het wild in Korea en Japan kan deze dennensoort 25 meter hoog worden, maar in onze streken reikt hij meestal niet hoger dan 6 meter. Vaak worden de traag groeiend exemplaren van hogere berghellingen geselecteerd om te dienen als bonsai boompje: Pinus parviflora ‘bonsai’.
De blauwgroene naalden zijn sterk gedraaid (zoals bij de grove den) maar deze staan in bundels van 5 aan het uiteinde van de twijgen die daardoor een borstelachtige top krijgen. De meeste zaden van dennen hebben vleugels die helpen bij de windverspreiding, maar de Japanse witte den heeft deze vleugeltjes niet. Ze zijn aangewezen op verspreiding door een vogel: de notenkraker.
Bij deze naaldbomen worden uit de hars stoffen gewonnen met ontsmettende eigenschappen en een heilzame werking voor o.a. het ademhalingssysteem.
De cultuurplant 'Tempelhof' is geselecteerd op winterhardheid.
Thema's
Dit is ‘de’ bonsaiboom. Vaak afgebeeld op Aziatische prenten.
Het is bekend dat de zaden van de Pinus parviflora worden verspreid door de notenkraker (Nucifraga caryocates).
De olierijke zaden zijn rauw of gekookt eetbaar en hebben een harsachtige smaak. Ze zijn ongeveer 10 mm lang. Uit harsen die aan het pulphout worden onttrokken, is een vanilleachtige smaakstof te winnen.
De terpentijn uit de hars van alle pijnbomen is antiseptisch en vocht afdrijvend, geeft bij aanraking een rode huid en werkt als middel tegen wormen. Het wordt als medicijn gebruikt tegen nier- en blaasklachten en als zalf of stoombad bij de behandeling van reumatische aandoeningen. Ook zet men deze terpentijn vaak in tegen klachten aan de luchtwegen en bij verschillende huidaandoeningen.
De Japanse witte den levert geen goed timmerhout, maar als sierboom heeft hij grote waarde. Uit alle dennenbomen zijn oleoharsen te winnen. Deze worden afgetapt uit de stam, of uit het hout gedestilleerd. De terpentijn bevat gemiddeld 20 procent oleohars en wordt op veel manieren gebruikt, onder andere als oplosmiddel voor was, voor het maken van lak of vernis en voor medicinale toepassingen. Als de terpentijn aan het hout is onttrokken blijft er rosin of colofonium achter. Dit gebruiken violisten om hun strijkstok te harsen. Ook kan men pek winnen uit de hars, dat kan dienen om bijvoorbeeld houten wanden of daken waterdicht te maken of als houtconserveringsmiddel.
Uit de naalden wordt een bruine of groene verfstof gemaakt.
In Japan staat de Pinus parviflora al vele eeuwen in tempelparken.
Details
Omschrijving: | Naaldboom/conifeer, halfstam gemiddeld lager dan 6 m. |
---|---|
Verspreiding: | Alleen in cultuur voorkomend. |
Jaarcyclus: | Wintergroene vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | Mei |
Bloemkleur: | Geel, paars |
Notities bloemen: | ♂ purper naar geel, ♀ geel naar purper |
Vruchtkleur: | Bruin |
Notities vruchten: | Kegel groen naar bruin. |