Gewone beuk
Fagus sylvatica
Napjesdragersfamilie (Fagaceae)






Westerse reus van rijpe bossen
Als men zou stoppen met maaien, snoeien en kappen zou een groot deel van Europa bedekt zijn met bos. Dichte, donkere wouden met hoge bomen en een gesloten bladerdak. De gewone beuk zou dan één van de belangrijkste bewoners zijn.
De bomen met tot 46 m hoge, dikke rechte stammen met een zilverkleurige bast ondersteunen een dichte boomkroon met kleine groene, gezaagde bladeren. In het najaar laat de boom zijn bladeren vallen, maar in het voorjaar en de zomer houden de bladeren zoveel zonlicht tegen dat het voor andere planten moeilijk is om onder de bomen te groeien. Als er zo nu en dan een omvalt, lopen de beuken rondom de open plek het risico te verbranden door de plotselinge felle zon.
Er bestaat slechts één gewone beuk als soort. Alle rode beuken, treurbeuken, varenbeuken, zuilbeuken en kronkelbeuken stammen af van slechts enkele individuen, afwijkend van de gewone beuk.
Lees meer »Aanwezig in:
Hortus Botanicus AmsterdamHortus Alkmaar
Historische Tuin Aalsmeer
Belmonte Arboretum
Trompenburg Tuinen en Arboretum
Botanische Tuin Arboretum Oudenbosch
Hortus Overzee
Hortus botanicus Haren / Groningen
Arboretum Poort Bulten
Botanische Tuin De Kruidhof
Nederlands Openluchtmuseum
ARTIS
Thema's

Is een kroonjuweel in het Nederlands Openluchtmuseum.

Beukennootjes zijn vers niet geschikt om in grote hoeveelheden te eten: ze bevatten namelijk een klein beetje giftig blauwzuur. Als je ze roostert, verdwijnt het gif.

De Nederlandse naam beuk is zeer nauw verwant met het woord ‘boek’. De eerste boekingen werden verricht op plankjes van beukenhout en bij het uitvinden van de boekdrukkunst werd beukenhout gebruikt om letters en houtsneden te vervaardigen (men wilde belangrijke dingen ‘boekstaven’).

Beukenhout is zeer buigzaam en gemakkelijk te draaien, waardoor het uitstekend geschikt is voor meubilair. Ook wordt het gebruikt voor dwarsliggers en parketvloeren. Het heeft geen knoesten en een fijne nerf. Beukenhout is vrij hard en zwaar, goed bewerkbaar maar bros en niet erg duurzaam. Houtkrullen worden gebruikt bij de industriële bereiding van onder meer azijn. Het afvalhout is uitstekend brandhout, dat bijvoorbeeld voor het stoken van ovens en het roken van vis in gebruik is. De beuk wordt dikwijls als haag aangeplant.

Beukenteer uit het hout was vroeger in gebruik voor geneeskrachtige doeleinden.
Details
Omschrijving: | Boom, tot 30 m. |
---|---|
Verspreiding: | West- en midden-europa |
Leefgebied: | Loofbossen, meestal op kalkhoudende bodem. |
Jaarcyclus: | Bladverliezende vaste plant, bloeit meermalig |
Winterhardheid: | Tot -20 °c |
Bloeiperiode: | April - mei |
Bloemkleur: | Geel, groen |
Notities bloemen: | De mannelijke bloemetjes hebben een roodbruin, klokvormig bloemdek met 4 of meer meeldraden en hangen in katjes naar beneden. de vrouwelijke bloemen zitten bijeen in een bekervormig, later leerachtig of houtig wordend omhulsel, het zogenaamde napje. |
Vruchtperiode: | Augustus - oktober |
Vruchtkleur: | Bruin |
Notities vruchten: | Het napje van de vrouwelijke bloeiwijze groeit uit tot de stekelige, houtig wordende, bruine bolster, waarbinnen meestal twee (soms drie) beukenootjes rijpen. |
Op z'n mooist: | Mei |
Bronnen
http://www.floravannederland.nl/planten/beuk/,http://www.floron.nl/publicaties/rode-lijst-2012,
http://wilde-planten.nl/beuk.htm,
IUCNredlist.org,
http://www.bomenstichting.nl/infotheek-en-faq/informatie-over-bomen/beuk.html,
Dendrologie van de lage landen - Jan de Koning en Wim van den Broek, Dendroflora 11-12 1975, Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen