Zwarte zilverkaars
Actaea racemosa
Ranonkelfamilie (Ranunculaceae)

Uit de medicijnkast van de indianen
Zwarte zilverkaars is een van de laatste zomerbloeiers. De plant is inheems in enkele gebieden in het oosten van Noord-Amerika en heeft een voorkeur voor kleine open plekken in het bos. De zwarte zilverkaars is een overblijvende plant van 120-180 cm hoog. Vanuit een rozet ontspruiten donkere stengels met daarop samengestelde drietallige bladeren. De crèmekleurige bloemen staan in grote, onvertakte, neerhangende trossen (aren) en bloeien van juli tot september. Aan deze bloemtrossen ontleent de plant de soortnaam racemosa (met een tros). Over de geslachtsnaam Actaea is de nodige discussie geweest, waardoor de plant een tijd lang bekend was als Cimicifuga racemosa. De naam in de kruidengeneeskunde is Cimicifugae rhizoma.
Bij de indianen was de zwarte zilverkaars populair vanwege medicinale toepassingen. Aftreksels van de planten zouden pijnstillend en kalmerend werken en werden ook bij ontstekingen toegepast. De naam ‘snakeroot’ verwijst naar gebruik bij slangenbeten. Tegenwoordig worden extracten van zwarte zilverkaars meer toegepast bij vrouwenklachten. Men gebruikt hoofdzakelijk de wortel, die bij voorkeur begin november wordt geoogst.
Thema's

Droge wortelextracten worden verhandeld als een medicament voor oraal gebruik om klachten te behandelen die samenhangen met de menopauze, zoals opvliegers en overmatige transpiratie. Dit product is wereldwijd beschikbaar. Vele klinische studies hebben aangetoond dat zwarte zilverkaars inderdaad de symptomen van de overgang verbetert, en dat de moderne medicijnen op basis van deze plant veilig kunnen worden gebruikt. Zeldzaam voorkomende bijwerkingen zijn leverklachten, allergische huidreacties en darmproblemen. Het is niet duidelijk wat de oorzaak is voor de effectiviteit van het geneesmiddel; wellicht zijn triterpene glycosiden en isoflavonoïden, die beide zijn aangetoond in de wortel, (deels) verantwoordelijk.
Details
Omschrijving: | Overige kruidachtige planten, tot 1.80 m. |
---|---|
Verspreiding: | Oostelijk noord-amerika |
Leefgebied: | Sterke voorkeur voor permanent vochtige, zware gronden. |
Jaarcyclus: | Vaste planten, inclusief bomen en struiken |
Winterhardheid: | Kouder dan -20 °c |
Bloeiperiode: | Juni - september |
Bloemkleur: | Wit |
Notities bloemen: | De bloemen hebben onopvallende kelk- en kroonbladen, de bloemen bestaan uit een cluster van lange witte meeldraden rond een witte stamper. |
Op z'n mooist: | Juni - september |
Bronnen
http://www.efloras.org/florataxon.aspx?flora_id=1&taxon_id=233500379,https://en.wikipedia.org/wiki/Actaea_racemosa,
https://www.rhs.org.uk/Plants/Search-Results?form-mode=true&query=Cimicifuga%20racemosa,
https://www.ema.europa.eu/en/medicines/herbal/cimicifugae-rhizoma,
https://www.sciencedirect.com/topics/pharmacology-toxicology-and-pharmaceutical-science/actaea-ra...,
Henneicke-von Zepelin H.H., 2017. 60 years of Cimicifuga racemosa medicinal products. Wiener Medizinische Wochenschrift 167(7): 147-15