Japanse wijnbes

Smakelijke woekeraar

Rubus phoenicolasius komt oorspronkelijk uit Noord-China en Japan en is familie van de braam en de roos en werd rond 1876 in Frankrijk ingevoerd vanwege de lekkere vruchtjes. Het is een grote bladverliezende struik met een grote hoeveelheid kleine stekels aan de stengels. De struik krijgt tot 3 meter lange stengels die goed te leiden zijn en aangebonden moeten worden.

Vanaf half juli komt er een onafgebroken stroom aan rijpe rode vruchtjes van de struik. Ze zijn niet allemaal in één keer rijp, dus je kunt er lang van oogsten. Vruchtjes worden geoogst als ze mooi rood zijn. Ze worden maar een centimeter groot en smaken zachtzuur. Ze zijn uit de hand te eten of je maakt er sap of jam van.

In de zomer vormt de Japanse wijnbes nieuwe scheuten waaraan het volgende jaar de nieuwe bloemen en bessen komen. Deze scheuten moeten dus behouden blijven. Als de plant het naar zijn zin heeft, kan hij wel gaan woekeren. Net als een braam maakt hij grote ondergrondse uitlopers.